Hawaii mijn Lief


Een documentaire van Boudie Rijkschroeff en Georgine Kwa over

'De teloorgang van de Hawaiian muziek in Nederland'

Na afloop van de Tweede Wereldoorlog was de Hawaiian muziek in Nederland een aantal jaren ongekend populair. Nederland telde toen wel honderden Hawaiian bands, die optraden op feestavonden, tijdens concoursen en in concertzalen. Professionele groepen als de Kilima Hawaiians waren ook vaak te horen op de radio.
Het repertoire van de meeste bands omvatte vooral Nederlandstalige Hawaiian liedjes. Maar er was ook ruimte voor Engelstalige Hawaiian songs en Indische liedjes.

Begin jaren '50 waren er echter zoveel Hawaiian bands actief, dat de markt verzadigd raakte. De animo voor Hawaiian muziek liep terug. Dat had ook te maken met het feit, dat andere muziekgenres, zoals accordeon -en dixielandmuziek, in zwang raakten. De professionele Hawaiian bands zochten hun heil in die periode vooral in het buitenland.

Ongeveer in diezelfde periode kwam de stroom van enkele honderdduizenden 'repatrianten' van Ind(ones)ië naar Nederland op gang. Onder hen ook verschillende Molukse en Indische muzikanten bij wie de liefde voor de Hawaiian muziek als het ware van jongs af aan was ingebakken.

Met de komst van deze Molukse en Indische muzikanten kreeg de beoefening van de Hawaiian muziek in Nederland een nieuwe impuls. Het primair Nederlandstalige repertoire van de zogenaamde Nederhawaiianen maakte plaats voor traditionele Hawaiian songs, kroncong muziek, Molukse en Engelstalige liedjes.
Het waren vooral de twee grote lapsteel gitaristen - eerst Rudy Wairata en, vanaf zijn komst in 1958, George de Fretes - die eind jaren '50 tot begin jaren '70 van de 20e eeuw razend populair waren bij, met name, het Molukse en Indische publiek.

Maar het was ook de tijd waarin de rock and roll overwaaide uit Amerika en Indische en Molukse jongeren met hun Indo rock muziek nieuwe wegen insloegen. Sindsdien nam de Hawiian muziek snel af in populariteit (L. Mutsaers, 1992).

In 'Hawaii mijn Lief' worden verschillende Hawaiian muzikanten geportretteerd, die de goede tijden van de Hawaiian muziek in Nederland nog hebben meegemaakt.
In deze documentaire wordt geen chronologisch overzicht gegeven van de geschiedenis van de Hawaiian muziek in Nederland. Wel hebben de personen die in de documentaire te zien zijn, deel uitgemaakt van die geschiedenis en er mede vorm aan gegeven. Ieder op zijn of haar eigen wijze.
Ondanks het feit dat de populariteit van de Hawaiian muziek was afgenomen, bleven er ook in de jaren '80 en '90 nog steeds Hawaiian bands actief.
Het gebrek aan belangstelling bij het grote publiek was toen echter al duidelijk zichtbaar.

'Ik zag mijn vader spelen met zijn South Sea Hawaiians en ik keek naar het publiek, dat vooral oog had voor zich zelf en niet naar de muziek luisterde. Ik was letterlijk getuige van de teloorgang van de Hawaiian muziek.'
(lapsteel gitarist Alfons Nolten, 2017)

Dit beeld van de teloorgang van de Hawaiian muziek in Nederland komt ook tot uiting in de documentaire 'Hawaii mijn Lief'. Maar dat niet alleen. Eveneens wordt duidelijk, dat de diehards zich niet uit het veld laten slaan.
Ook anno 2019 zijn er immers nog steeds muzikanten in Nederland die de Hawaiian muziek regelmatig ten gehore brengen voor een weliswaar ouder en kleiner wordend, maar nog steeds enthousiast publiek.
Daarmee wordt ook een beeld geschetst van misschien wel de laatste lichting muzikanten in Nederland die de Hawaiian muziek nog steeds een warm hart toedraagt en dit muziekgenre met veel toewijding en optimisme blijft beoefenen.